Op de pagina Aromatherapie kun je meer lezen over wat etherische olie is en wat de invloed ervan is op ons welzijn. In deze blog wil ik wat meer vertellen over de inhoudsstoffen van etherische oliën en hun werking.
Inhoudstoffen
Etherische olie bestaat dus uit ‘chemische samenstellingen’, waar verschillende inhoudstoffen deel van zijn. Er is hier ongelooflijk veel over te vertellen, want niet alleen een plant bevat inhoudstoffen, maar ook etherische olie (een inhoudstof van een plant) bestaat weer uit inhoudstoffen. Toch ga ik een poging wagen om wat basics uit te leggen.
De stoffen van de ‘chemische samenstellingen’ in etherische oliën worden verdeeld in acht groepen: esters, ketonen, alcoholen, terpenen, sesquiterpenen, aldehyden, zuren en fenolen. Ze hebben allemaal eigen functies en er zijn veel aromatherapeuten die van deze 8 groepen zelfs een soort systeem hebben ontwikkelt, dat ze als behandelingsbasis gebruiken. Persoonlijk doe ik dat niet omdat inhoudstoffen verschillende effecten hebben op verschillende organen.
Bijvoorbeeld: linalool (een monoterpene alcohol waarvan ik je de details verder bespaar), kan een remmende werking op neurologische activiteiten in de hersenen hebben, maar kan ook de synthese van ontstekingsfactoren van het immuunsysteem verminderen. Dit zijn twee hele andere werkingen en dan hebben we het nog maar over één soort linalool.
Bovenstaande voorbeeld is voor mij reden om voorzichtig te zijn met het categoriseren van inhoudstoffen. Want tien mensen kunnen allemaal anders reageren op een en dezelfde etherische olie. Wat dat betreft is er nog veel onderzoek nodig naar de werking van inhoudstoffen, hoewel ik ook geloof dat er bepaalde algemene basiskenmerken zijn waar je naar kunt kijken als je etherische oliën gebruikt. Ik zal per groep een aantal van deze eigenschappen noemen, en hoop dat je daardoor wat meer inzicht krijgt met betrekking tot het (veilig) gebruik van etherische olie. Als je het interessant vindt, kun je natuurlijk altijd zelf nog verder onderzoek doen.
De kenmerken die ik omschrijf zijn dus algemene kenmerken, die bij jou geweldig kunnen aanslaan maar bij je man, buurvrouw of collega misschien juist niet. Houd dat altijd in gedachten, zeker als je voor anderen olieblends maakt.
Esters
Gaan schimmels tegen, ontspannen en kalmeren. Vaak sterke en fruitige geur.
Ketonen
Stimulerend op de galblaas, kunnen giftig zijn, inwendig en hoog uitwendig gebruik kan schade aan zenuwstelsel veroorzaken. De (licht) giftige stoffen kunnen juist ook ingezet worden om ziekte tegen te gaan. Belangrijk om goede kennis van ketonenbevattende oliën te hebben.
Alcoholen (zoals menthol en geraniol)
Werken als tonicum (verterkt organen) en bestrijden parasieten en schimmels. Werken ook verkoelen, verzachtend, luchtwegverwijdend en pijnstillend.
Terpenen
Zorgen voor een uitgesproken geur. Onder andere bekend als limoneen, zoals in bergamot, citroen- en sinaasappelolie. Kunnen de huid irriteren. Terpenen werken stimulerend, ontstekingswerend, luchtzuiverend en soms pijnstillend.
Sesquiterpenen
Dit zijn terpenen die kalmerend werken. Ondersteunen het immuunsysteem, zijn antibacterieel, herstellen cellen, ondersteunen de neurologische gezondheid.
Aldehyden
Er zijn ook hiervan verschillende soorten. Salicyl-aldehyden bijvoorbeeld, hebben een ontstekingsremmende en pijnstillende werking. Cumun-aldehyden werken opwekkend en ondersteunend bij depressies.
Organische zuren
Komen in geringe mate voor, reageren met alcoholen en vormen daarbij esters (om het makkelijk te houden ;-)), zonder het geurende karakter. Werken krampstillend en kalmerend. Andere zuren werken bijvoorbeeld slijmoplossend of zijn antibacterieel, stimulerend voor de lever, kalmerend of ontgiftend.
Zo, dat was een mooi lesje aroma-chemie, of niet? 😉 En zo zie je maar, werken met etherische olie is niet altijd makkelijk of een logisch optelsommetjes. Maar met elkaar zijn we op weg, en met elkaar leren we. Ook ik!